dinsdag, juni 08, 2004

bakje troost

Met nog wat slaap en flarden zin- en onzingesprekken tussen mijn oren sta ik me naast mijn bed af te vragen wat ik daar in 's hemelsnaam doe en ondertussen dringt zich stil doch onmiskenbaar een drang naar koffie op. Licht nagrijnzend om mijn patente verschijning van gisteren laat ik de koffiezet lopen, en daar wil ik eigenlijk wel een krantje bij. Het is een geweldig mooie ochtend deze ochtend. Volle zon en tegen de 25 graden. Een ochtend om in stijl wakker te worden. Dat ga ik doen. Ik vul een goeie mok met koffie en ga ermee op pad naar de krantenwinkel. Waarom heb ik dit nooit eerder gedaan? Dit is fantastisch. De buitenlucht doet me goed, de zon schijnt op mijn bol, terwijl de warme koffie koeltecellen produceert die de temperatuur in mijn tempel wat regulariseren. Zalig. Iemand kijkt me na hoe ik gelukzalig glimlachend mijn boxershort volmors. Ik knik hem vriendelijk goeiedag.
Een mens wordt hier luciede van, want kijk, het valt me vor het eerst op dat morsen veel makelijker is binnen dan buiten. Binnen schrijdt men, schuifelt men, buiten wordt dat meteen stappen. Dit loopt niet goed af, fluistert mijn luciede hoofd, na amper 2 sipjes is mijn mok al halfleeg, mijn onderbroek en tenen halfvol. De plooien van de slaap laten nog hun sporen na op mijn gezicht als ik lodderig halt hou om hierover na te denken. Terzake. Koffie drinken op weg naar de krantenwinkel is niet minder dan geweldig, maar het behoeft toch enige stielkennis. Ik wil hier absoluut zo lang mogelijk van profiteren, maar zo lukt het niet, nog voor het eind van de straat hou ik geen druppel meer over. Ik keer terug om er de kan bij te halen. Want, zo bedenk ik, op die manier kan ik mijn kop voor 1/3 vullen, te weinig om te morsen, maar toch genoeg voor een slok of 2, en ik vul 'm telkens gewoon weer bij. Voor 1/3. Hoho, dit belooft een mooie dag te worden. Dat niemand daar eerder op gekomen is, of misschien wel, dat weet ik niet. Ergens in Afrika of zo.
Ik fluit iets ongedefinieerds en als ik weer op de drempel sta ben ik tevreden met mezelf. Dit keer met een volle thermos koffie erbij. Maar ik neem melk en suiker bij m'n koffie bedenk ik, dus ik ga weer naar binnen om er de suikerpot en een doos melk bij te halen. Nu heb ik alles, ik voel mij alreeds voldaan bij het idee en ik ga weer op pad. Het is ronduit heerlijk, een deugddoende kop koffie mét elk en suiker en tegelijkertijd de fijne buitenlucht erbij. Dit is het ware genieten, temeer daar er zometeen nog een krant bijkomt. Zo moet ik echt wel vaker de dag inzetten. Ik ben standaards aan het zetten in het genietend wakker worden. Misschien moet ik een patent aanvragen. Of cursussen geven.
Want zoals gezegd, vergt het wel enige techniekbeheersing en verfijning om deze kunst meester te worden. Zo dient men de kop niet in dezelfde hand te houden als de melk, want dan giet men zich onder met melk wanneer men een slok koffie neemt. Bij deze empirisch vastgesteld. Nee, de kan en de kop in 1 hand, suiker en melk in de andere. Kan enkel van kant verwisselen bij het herinschenken, en ondertussen de melk onder de oksle houden, maar iet te hard knijpen, ook proefondervindelijk ondervonden. En toch maar best geen suiker nemen. Zeker voor beginners af te raden. Ik heb een vieze straathond achter mij aand ie de suikerpot heeft geroken, maar ik hou van honden en ik ben gelukkig.
Dit is echt ongemeen fijn, koffie en ochtendzon, ik kan het nog altijd niet geloven. En kijk, ik ben al bij de krantenwinkel. Met mijn t-shirt vol melk, mijn onderbroek vol koffie en de handen vol ontbijttafel bestel ik mijn krant. Ik vraag de dame naast me of ze soms zo vriendelijk wil zijn een euro uit mijn broekzak te vissen en de krant onder mijn arm te klemmen, maar ze bekijkt me alsof ik iets van haar aanheb, wat statistisch weinig kans heeft aangezien a)ik haar niet ken, b)wij van een verschillende kunne zijn en c)ik helemaal niet veel aanheb. Dat ebsef ik plots, ik heb ook geen broekzak bij en dus ook geen kleingeld. Achter mij wordt gefezeld. Misschien is dit dand e reden waarom ik nooit eerder iemand de koffie zag nemen in de krantenwinkel, mijmer ik, want dan gaan de mensen rondom je fluisteren en raar doen.
Maar ik trek het mij niet aan, ik hou mijn humeur net als de hond die vrolijk kwispelend en kwijlend tegen mijn been aanrijdt. Ondertussen maakt de dame naast me nog steeds geen aanstalten om in beweging te komen. Ik vind haar niet eens een trut. Maar ik placeer dus maar de hele handel op de toonbank en krijg een euro krediet van de eigenaar die me ondertussen wel een beetje kent. De wereld is zo slecht nog niet. Ik lach en knik vriendelijk naar de mensen terwijl ik mijj spullen weer oppik. Nog een tip voor de beginnende koffie-toerist: ken de volgorde waarin dit moet gebeuren. Ik moet drie keer herbeginnen , maar uiteindelijk lukt het me toch om alles weer op zijn plaats te krijgen en ik sta terug op straat en trakteer mezelf op nog zo'n heerlijke kop koffie. Zou ik op de terugweg ook al mijn krant lezen? Nee, de dag is te mooi, ik ga gewoon genieten van de zon en de straat en de mensen. Morgen, dan doe ik dit opnieuw en lees ik onderweg de krant. En neem ik er nog een cognacje bij.