sosijs in afrika
Jambo,
das swahili voor hello, en meteen het eerste woordje swahili dat we geleerd hebben. Naast Pole pole (op tgemak) en hakuna matata (no problem, no worries). Het is hier inderdaad pole pole, afgezien van de negertjes die je op straat geen minuut gerust laten, en je allerlei safaris en bucht willen aansmeren, en ook als je van nee zegt nog 2km blijven meelopen en niet afgeven. Maar je leert daarmee leven. En in se zijn het vriendelijke mensen. Ik zie ze graag.
Totnogte ging alles verbazend vlot. na t landen op Nairobi zijn we gemakkelijk met de bus in Arusha geraakt, en het was niet eens een bus met kiekens en veel te veel volk op, dus dat viel wel mee. In arusha aangekomen stonden meteen een man of 20 rond ons, te trekken en bijna te vechten om ons naar een hotel te brengen, liefst naar dat van hun neef, very good hotel, very good price, hakuna matata. we lieten ons ten slotte maar meepakken door een gezellige dikkerd die er best betrouwbaar uitzag en ons naar een redelijk hotel bracht (van zijn nonkel). Bovendien regelt nonkel allerhande safaria en kili-trektochten (zoals bijna iedereen hier), dus what you wanna do? No problem. Het ging ons evenwel een beetje heel rap, en we zijn eerst nog wat andere prijzen gaan bekijken, maar het kwam allemaal een beetje op hetzelfde neer. Zoals gezegd heeft iedereen hier wel belangen in een van de 100den safari-'bureaus', toen we iets gingen eten zwermde er een troep van een 15-tal man rond ons de hele stad rond ("me Jackson, very good price, you not forget me"), en we hebben er een paar hun zeg laten doen. Het is dus ook kwestie van een professionele uitstraling te hebben, om de concurrentie aan te kunnen gaan. Zo was er een die ons meenam naar een bureautje in het VN-gebouw van het Rwanda-tribunaal, dat hier gevestigd is, en dat ook heel wat jonge blanke advocaten en rechten-studenten naar hier lokt om te werken, je herkent ze gemakkelijk aan hun pak en plastrong. Maar dus met die mens naar zijn buro alwaar hij ongemeen vlot en slick probeerde te doen, in een oud pak gehesen met beige mocassintjes. Hij liet ons eerst drie keer het buro zien ("this is my office" met een grote negersmile), liet ons dan neerzitten, en zat ons eerst een beetje nadenkend aan te kijken, hij had dat waarschijnlijk zo gezien in een of andere slechte mafia-film waarin don spaghetti zaken moest doen. Toen vroeg hij wat we wilden. de prijzen voor zijn Safari uiteraard, dat hadden we al drie keer gezegd, en daarvoor waren we meegekomen. "ollright safari. how many days? 4, allright' Hij zat even diep na te denken en liep toe naar achter, om een vijftal minuten later terug te kommet een blaadje waarop in 4 puntjes opgesomd stond wat we doen op een vierdaagse safari. We waren dus nog altijd geen snars wijzer, want dat hadden alle anderen ons ook al laten zien. 'yes, but how much does it cost' vragen we in een poging nog eens terzake te komen. Hij neemt weer een tijdje zijn al capone houding aan en zegt dan, i don't know. How much would you like to pay? En zo gaat dat nog een tijd door, terwijl af en toe telkens een ander madammeke binnenkomt met iets, of fotos, of aanbevelingen opgeschreven door mensen die met hen zijn weggeweest, etc. Ondertussen ging hij nog een paar keer naar achter om telkens 1 blaadje ! te halen, en we hadden al lang een besluit genomen om bij een ander te gaan die betere voorwaarden had, maar we geraakten er echt niet meer weg. Hij haalde papieren boven en begon met ons de nummerplaten van zijn jeeps te overlopen ('there's the TZ299, the TZ456, The 789 is on the road right now, enz enz) Uiteindelijk zijn ze er toch buitengeraakt, met zijn gsm-nummer op zak (hier is in de brousse betere ontvangst dan in het gemiddelde vlaamse dorp), maar dit hele verhaal om het pole pole -gevoel eens te beschrijven. Het is zo typisch.
Qua regelneverij halen ze hier ook wat uit, daar kan ik ook verhalen over vertellen, maar die zijn voor later.
We zijn dus op safari geweest, samen met 2 hollanders, zijnde rijksambtenaar Piet en zijn dochter Tresna, een knappe blondine van onze leeftijd en een wonder der natuur, een parel van de zuiverste soort. Stewardess van beroep en met een aangeboren vrolijkheid en een niet aflatend optimisme reist ze al haar hele leven de wereld rond, ook buiten de werkuren. alledrie compleet van slag, gelukkig duurde dat maar vier dagen, want daar was boel van gekomen. Had ze me ten huwelijk gevraagd, ik had zonder twijfelen ja geschreeuwd, maar ze is dat helaas vergeten te doen. Haar pa was ook een heel fijne kerel, nogal stil (en toch hollander jawel), maar zonder pretentie en heel dankbaar en gemakkelijk. We hadden het enorm getroffen qua gezelschap dus, want ik had al eens anders gehoord. Onze gids was Michael, 27 en bijgenaamd Babou (betekent opa), en een jongen die zijn biologielessen kent, hij wist ons echt wel heel veel te vertellen. Een goeie chauffeur bovendien, want die jeep zag nogal af, soms was het serieus bobbelen, de term goeie wegen is hier relatief, hoewel de hoofdwegen ok zijn. met mijn citroen was ik desalniettemin geen km ver geraakt. En dan was er nog Hamad, onze kok, een dikke gezapige en gezellige neger waar ik meteen zot van was, en met een lach waar ik een vinger voor zou geven. Ik noemde hen babou en balou. Hij kookte overigens voortreffelijk, zij het niet echt afrikaans, we hebben in de brousse spaghetti en zelfs frieten gegeten.
De safari zelf was zalig. We hebben 3 natuurparken gedaan, eerst Lake Manyara, daarna 2 dagen Serengeti en ten slotte nog de Ngorogoro-krater. Van beesten hebben we alles gezien, giraffen, zebras, olifanten, leeuzen, luipaarden, cheetahs, arends, apen, secretarisvogels, nijlpaarden, hyena's, het zit hier allemaal. En het is toch behoorlijk indrukwekkend als je auto omsingeld is door een kudde olifanten. Het dak van de jeep kon trouwens open, en ook dat is geweldig, we zaten de hele tijd op het dak, lekker te cruisen en te verbranden. Nochtans is het weer niet uitsluitend zonnebrand, we hebben ook al regen gehad en savonds wil het wel eens berekoud zijn. De parken varieren van dorre droogte en uitestrekte vlaktes tot natte regenwouden, maar ze zijn allemaal schitterend. Ngorogoro is een krater, een ingevallen vulkaan eigenlijk, die vol beesten zit, de ark van noah omzeggens. Schitterend.
Hoewel een van de mooiste dingen die ik tot nu gezien heb, behalve Tresna en de lach van Balou, was toch het schooltje in een masaai-dorp. De Masaai is een stam die redelijk goed leven en ons hun traditionele dansen en hutten lieten zien (voor heel wat dollars welteverstaan), en die centraal dus een schooltje hadden, met kleine bankjes en hartverscheurend mooie kindjes, die netjes jambo in koor zeiden toen we binnenkwamen. Ik zag ze ook graag. Verder kennen de masaai-krijgers ook de rappers-groeten als je hen een stielo geeft. Word!
Er zijn hier wel nogal wat amerikaanse toeriten, en die zijn ongelooflijk onnozel. Op safari sliepen we in tenten, ondermeer in het midden van de serengeti, wat wil zeggen tussen de wilde beesten. Je hoort er effectief de leeuwen brullen en de hyena's blaffen. Het is dan ook begrijpelijk dat neit iedereen op zijn gemak is om 100 m in het donker te lopen om de wc op te zoeken, fre kan daar van meeklappen. En z kwam het dat ik om 3u 's nachts gewekt werd oor een hysterische amerikaanse die haar dochter uitschold voor filthy bitch en dacht dat ze de nacht niet zou overleven. De ochter had naast de tent gekakt, en de madam meende dat dat leeuwen aantrok. Haar man leek 2 druppels op Elton John. We zijn ze later nog vaak tegengekomen, ondermeer in de shack waar waar we konden eten in het kamp rond ngorogoro. Daar vond een andere amerikaan er niet beter op dan zijn laptop boven te halen env oor de hele shac! k (daar zat toch een 50 man) zijn digitale fotos te laten zien. Walgelijk, gewoon. Maar de andere Amerikanen vonden het echter geweldig en meneer bleef de hele tij dzelfvoldaan naast zijn computer staan grijnzen. Hij kreeg er nog applaus voor ook.
we volgen het ek-voetbal, ze zijn er hier zot van. Als je zit te kijekn zit er al eens een figuur tussen met een bivamuts en wollen botten aan, hoezel het 25 graden is, maar dat maakt het alleen maar gezelliger. Het bier ook, Kilimanjaro-bier is echt lekker. Maarze hebben hier ook stella (a tradition from belgium, now in tanzania), en in het Via Via cafe bij Jef uit Turnhout kun je zelfs stoverij boefen.
Momenteel zijn ze in Arusha, een beetje het toeristisch middelpunt, omdat van hieruit de meeste safaris beginnen en ook de klim op de Kilimanjaro kun je hier regelen. De stqd is ongelooflijk kleurrijk, we zijjn net op een grote overdekte markt gweest waar het krioelt van mensen en kleuren, en iedereen je kameraad wil zijn, omdat je blank bent en kluiten hebt. Kindjes vinden het de max om je handje te schudden, en ik heb sebiet een afspraak om een pint te pakken met een Keniaanse leraar die graagwat vragen wou stellen over Belgie en de Europese unie. De mensen zijn echt supersociaal.
Ik ben ondertusen wel gezegend met de slappe kak, wat een redelijk probleem is gezien we morgen aan de kili beginnen. Maar hakuna matata, we slaan er ons wel door.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home