zaterdag, oktober 22, 2005

freak train

ik zat vorige week op de tram in Brussel, en er zat maar een man of 2 op. 't was donker en een beetje desolaat, ik reed zowat door de Bronx van Brussel. Na een tijdje stapt daar ammettekeer een medam op, zo scheel als een otter. De volgende halte, stapt er weer een negerinneke op, niet scheel deze keer, maar toch wel, haar ene oog stond stil, dus twas te zien naar waar dat ze keek, dat draaide daar heel de tijd naar alle kanten. Nogal aardig, ik werd er een beetje zeeziek van. Daarna stapt een kerel op, met puilogen man, en kei wijdopen gesperd, die had verzekers kweetniewa gepakt of zo, twas juist of zijn ogen konden elk moment op de grond floepen, zo zot, en hij keek zo recht naar mij, en ik moest mij kweetniehoe inhouden om niet in de lach te schieten, twas precies of er zat een spanschroef op zijn hoofd die kweetniehoe strak stond, echt te zot. Ik peisde verdomme, iedereen heeft hier eentwat aan zijn ogen, dat ligt hier zeker aan de lucht op die tram. Maar mijn vrees bleek ongegrond, want de volgende die opstapte had niks aan zijn ogen, maar die had, echt waar, hemelste flaporen. En de volgende was, gelooft het of niet, een echt wel corpulent meisje met een gezicht, dat aan de ene kant helemaal gezwollen zat, en drie vierden van haar aanzicht was zo een grote wijnvlek, en daardoor was de ene kant van haar lip helemaal zwart en twas juist of die hing tegen haar voorhoofd geplakt. Shiit. Ik zever niet. En juist als ik peis, mijaar, komt er nog een turkse kerel opgestapt met een gewoon gezicht, maar vanaf zijn voorhoofd stopte dat en was dat helemaal plat. Hij had zo een hakkers-kapsel, helemaal kortgeschoren, maar net ietske langer op zijn jommekes alboven, en ik zweer het, zijn kop was reteplat. Juist of hij had er juist een piano op gekregen. Je kon er zo drie pinten op zetten en er een boom op kaarten. Had je hem omgedraaid, hij bleef staan. En geloof het of niet, net toen ik peisde dak het einde nu wel gezien had, stapt er een op die heeltegans op pieter 't kindt trok. Manmanman, wat een freak-train. Gelukkig was ik toen waar ik moest zijn, ik wou het vervolg niet meer weten. En ik heb sindsdien niet meer in de spiegel durven kijken ook.

woensdag, oktober 19, 2005

kut!

Ik braak van Carl Huybrechts. Maar ik braak van ook van gemeente- of stadhuizen, bureaucratie, simme wijven en pasfoto's. Want ik heb daar vandaag allemaal mee te maken gehad. Maar het begint elders. En wel op een buurtbarbecue in de Muide, een tijdje geleden. Ik had daar al enige uren leffes gezopen, en stond bij een mens die bleek les te geven in Sint Lucas. Dat zag er nog een interessante kerel uit, dus ik wil daar een beetje mee klappen. Maar dat was buiten een of andere blonde del gerekend. Want die had namelijk een dochter, Debbie, die te dom is om allo te roepen in 't gat van een vaars, en daarin van haar moeder slacht. Het was namelijk zo dat Debbie vierkant gebuisd was in 't school, en dat moeder uiteraard vond dat dat niet aan Debbie lag, maar wel aan de hele school en al haar systemen, aan de hele maatschappij eigenlijk, aan de turken, de kamelen, de kleurboeken, Carl Huybrechts, iedereen was schuldig, behalve Debbie, want Debbie had wel haar best gedaan, en is genetisch bepaald de slimste van de klas. Nu had madam moeder ontdekt dat de meneer waarmee ik in gesprek was les gaf (aan een school die met het Buso waarin Debbie zit hoegenaamd niks te maken heeft), maar uiteraard moest hij eraan geloven, want madam moeder viel binnen in 't midden van mijn zin, om, echt ongelooflijk waar, in een tirade te vervallen van menige kwartieren, over hoe slim debbie wel is en hoe iedereen die 't tegenovergestelde durft beweren, niet zomaar de dood met de kogel verdient, maar eerst vijf jaar lang moet opgehangen worden aan zijn tenen of het haar onder zijn oksels, met de aanwezigheid van madam moeder als toppunt der marteling. En bovendien was madam moeder in staat om minimum vijf zinnen van de lengte van deze die je nu aan 't lezen bent af te vuren zonder daarbij ook maar een keer adem te halen, en daarenboven verder te rabbelen tijdens het inademen, zodat werkelijk niks of niemand de kans kreeg om er ook maar een grijs sigeretteblaadje breed tussen te krijgen, zelfs de fauna en de flora werden er stil van. De leraar werd overladen met een hoop zever waar geen woord het horen van waard was, en waarbij hij constant in de verdediging werd geduwd maar niet de kans kreeg om zich ook maar enigszins te verdedigen, en over dingen waar hij überhaupt geen fout aan had, maar gewoon voor ’t verkeerde beroep had gekozen, hoewel de bewonderenswaardige kalmte die hij in deze wist te bewaren voor hem sprak, en mij meteen deed besluiten dat hij voor zijn vak geboren was, maar dat terzijde. Madam moeder was gelanceerd, en spuwde letters, woorden lettergrepen, heel veel bijzinnen en zinnen in een fout Nederlands, en deed dat onverzetbaar en zo leek het, maandenlang. Ons Debbie stond er bij, 12 jaar en scheel te wezen, en een beetje kwijlend te ankeren naar de belga's die haar moer non-stop opstak. Let wel, madam stak enkel sigaretten op in ’t midden van een zin, waarbij ze halfweg een woord stopte, en zo iedereen de pas afsneed die toch wou invallen met een of andere opmerking, en zelfs al probeerde de arme leraar dat, ze negeerde hem compleet en ging door. Ik bleef erbij staan, want ik wou mijn gesprek met de leraar voortzetten dat interessant was, toch interessanter dan die ervoor met rechtse dokwerkers en vakbondslui, maar ik nam wel af en toe een pauze om een verse leffe te halen en toen de bar was gesloten, nog een zo’n vaatje wijn af te luizen (“hou het maar bij, je staat hier anders toch elke twee minuten”), om dan weer geduldig met een vat onder mijn oksel en af en toe mijn glas bijvullend mijn beurt te gaan afwachten. Maar na enige uren was ik die kwetterende geit zo ongelooflijk moe, dat ik me tot haar richtte, “kut” blafte en vertrok. Ik weet niet of ze ’t gehoord heeft, ze was te druk aan ’t babbelen waarschijnlijk, maar ik was content da’k weg was.
Goed, tot zover. Nu wil ik mij laten domicileren in Gent, dus moet ik een nieuw paspoort aanvragen. Allemaal goed en wel, de buurtflik is al op bezoek gekomen om te zien of ik daar wel woon (de zaterdagmorgen vroeg mij wakker gebeld), etc, dus ik moet naar 't commissariaat met een pasfoto om mijn nieuwe pas officieel aan te vragen. Alles in orde, behalve mijn pasfoto, waar ik ongelooflijk patent op sta, in schitterende kleuren en met de juiste belichting, netjes gekapt en gekadreerd, een foto waar het vakmanschap zo afdruipt, en waar menig tien om te ziener een bod zou op doen om hem op zijn hoes te mogen zetten, maar nee, wat zegt de madam achter ’t loket? Er zitten putjes in (van in mijn portefeuille te zitten), dat telt niet. Ik word lastig, maar bewaar mijn geduld en beloof terug te komen. Vandaag heb ik de eerste vrije dag in tien dagen, en dus eindelijk tijd om dat boeltje af te werken, dus ik ga gezwind bij het eerste ochtendgloren richting fotograaf en laat mij gewillig kieken in allerhande posities, iets waar ik ongelooflijk slecht van word, maar ’t is voor de goede zaak. Trots als een gieter ga ik met mijn nog natte nieuwe foto richting stadhuis, alwaar ik een goede drie kwartier dien aan te schuiven alvorens ik mijn ei mag leggen. Ik haal grijnzend mijn fotoke boven, en wat zegt madam van achter ’t loket, “’t is niet goed.” Ik slik drie keer en haal diep adem zodoende niet te brullen, en vraag waarom. Er staat een beetje schaduw op, dat mag niet. Motherfuck, ik begin van mijn kloten te maken dat ik hier godveredomme twee weken geleden ook al gestaan heb, en dat het dan ook iets was met die foto, en ik heb nog twee andere verschillende pasfoto’s bij en smijt die allemaal op de toog, en zeg verdomme, tis altijd iets, met wiesse peis je hier te rammelen, maar geen moyen, ze moeten hem niet hebben. Ik terug in de file naar de fotograaf. Die is zo vriendelijk mij gratis opnieuw te kieken in allerhande tot de verbeelding sprekende posities, ik word wederom slecht maar ik hou het binnen, en ik ga nog maar eens in de file staan richting stadhuis. Er is iemand voor mij binnen, en ik zet mij geduldig te wachten, maar na AN-DER-HALF UUR heb ik mezelf zodanig opgenaaid dat ik mijn snot tegen de muren begin te sproeien, en ik wil net hun folders beginnen rodsmijten, als de deur eindelijk opengaat, en wie komt daar buiten? Madam moeder de kut vanop de bbq, hevig van haar oren aan ’t maken, en aan ’t rabbelen als nooit voorheen. Waarschijnlijk was haar fotooke ook niet in orde, maar zij spuugt daarvoor anderhalf uur tegen t glas van t loket en laat daarmee de hele bevolking wachten, want na mij stond ondertussen al een rij de kassa van de colruyt in ’t spitsuur waardig. Ik wier volledig zot. Temeer daar de madam achter ’t loket mijn foto andermaal afwijst, dit keer hadden ze de kleuren lichter gezet om de schaduw weg te werken, maar nu was ie te klaar. Ik zeg godverdomme, stuurt die onnozele foto op, en zij zegt, ik wil wel proberen maar de kans is groot dan ze ’t niet aanvaarden ,en dat je een nieuwe aanvraag moet indienen, en opnieuw 15 euro betalen. Maar ’t kan mij niet schelen, ik plof die foto in die avlop en loop weg. Ware het niet dat Kortemark nog steeds bestierd wordt door Morris Borlez, ik had het allang opgegeven mij elders te willen domicileren. Heel mijn vrije dag aan frieten en geen stap vooruit. Enkel veel tijd, geld en geduld verloren. Kut!

vrijdag, oktober 14, 2005

starsailor


Wegens gebrek aan tijd om deze blog vol woordjes en zinnetjes te pleuren, hou ik het op fotookes van me between the stars. Dit is de kerel van "Four to the Floor". Leuke ket.

donderdag, oktober 06, 2005

Eels

Me&E












ik heb het geluk en genoegen gehad E te mogen interviewen. Toen deze foto werd genomen zei de dame achter de kodak "smile" waarop E bloedserieus zei "I am smiling".






(Waarna we allebei in de lach uitschoten. Maar tegen dan was de foto al lang genomen.)

Who the fuck is Leela?


This is Leela.

Leela

eergisteren Leela James in het Depot in Leuven. Ze was bij momenten super ok, heel erg funky, maar op andere momenten langdradig (trage nummers werden veel te lang gerokken,) en very American. De bassist had een riem met blauwe LEDjes in. De show zat vol met positive messages en zo. Er werd zelfs een meisje op het podium gesleurd, die in de micro moest roepen "I am Free! I am good! etc". Maar over 't algemeen straf, want Leela heeft een klok van een stem, een présence om u tegen te zeggen, een lekker poepke en korte dikke beentjes waarmee ze parmantig rondhuppelde, en natuurlijk dat haar, dat haar! In de finale stond 20 man op het podium te dansen, waaronder Joeri Fransen (jawel dé Joeri van idool!), maar hij mocht neit met haar babbelen. Ik wel. c'est à dire, ze bleek niet op de hoogte dat er een interview zou zijn, en wou het niet. "oh no, not an interview, noooo". Maar ik heb diep in haar ogen gekeken, gezegd dat het echt niet lang zou duren, en ondertussen mijn gerief (opnametoestel, mind) al bovengehaald, en 't was ok. Ze had pinkelingsjes op haar kaakjes, een wat truttig maar sexy piepstemmetje en een ondeugend kinderlijk giechellachje, en vertelde vrijuit over haar knieblessures en wat "keepin it real" voor haar betekent. "Don't just play the funk, be the funk!". Mooi gezegd. Ze was sympathiek. In 't naar buiten gaan passeerde ik haar bassist, een lange magere neger, zo stoned als een garnaal. "Now that's a great jacket!". Hij had het op mijn hugo Boss gemunt. Ik antwoordde, "and that was a great gig". "Yeah man, thanks, you're cool". Ik heb blijkbaar wat credibility bij de niggers. Een of andere blonde del was ondertussen binnengeslopen, klaar om hem af te likken, wat hij haar later op de avond ongetwijfeld nog heeft laten doen (I'm not kidding). Ze moeide zich: "you can exchange the jacket for the gig", waarschijnlijk niet wetende wat een gig betekent, maar de neger ging akkoord. "I wanna exchange for your bass" zei ik, maar dat was geen optie. We hebben dan nog een tijdje handjes geslagen nigger-homie-style, u weet wel. Respect. Op de trap kom ik ons Anneke tegen, een schoon kind van de platenfirma. "Wouter help mij" vliegt ze rond mijn nek. De androgyne backing vocal-nigger wou erop. En hij liet niet los. Ik heb haar letterlijk moeten buitensmokkelen, want zeggen dat ze mijn vriendin was had geen effect. Hij begon dan maar in zijn pint te blazen dat het schuim rondspetterde. En leute dat hij had. Den drummer, een boom van een meter of 2 hoog en even breed stond zich vol te gieten aan de bar met een handdoek in zijn nek. En ondertussen bij een chick aan 't aandringen om haar telefoonnummer te krijgen. Een zootje, maar zo hebben we 't graag. Americans...